Wat als ik er niet meer ben om voor jou op te komen en voor…
Column Eva: Al wandelend over bospaadjes
We houden ons vast aan dagprogramma’s, richtlijnen van ouders, adviezen van specialisten en ga zo maar door. Dit zijn belangrijke kaders voor begeleiders in de gehandicaptenzorg; ze geven houvast, richting en duidelijkheid. Niet alleen voor de begeleiders, maar ook voor onze cliënten zijn deze kaders belangrijk; het zijn de ‘bospaadjes’ die ze bewandelen en ze raken er vertrouwd mee. Maar mogen we er ook van afwijken?
Regelmatig merk ik dat het best lastig is om buiten de bekende kaders te werken, om ‘out of the box’ te denken. Zo hoor ik vaak: “Ik heb een nieuwe activiteit geprobeerd, maar hij vond het echt niet leuk, dus ik ben maar gestopt en doe het niet meer.” Of begeleiders discussiëren over het feit dat een cliënt een keuze een keer op een andere manier aangeboden heeft gekregen dan gebruikelijk en denken nu dat de cliënt daarvan in de war raakt en al het eerder geleerde kwijtraakt.
Het doen van nieuwe dingen, nieuwe ‘bospaadjes’ bewandelen, is echter heel belangrijk want nieuwe ervaringen stimuleren de ontwikkeling van de hersenen. Geen enkel mens zit ooit aan zijn ‘plafond’. Maar wat moeten we dan doen als de cliënt toch echt duidelijk weerstand laat zien en er niets van wil weten? Hier zit vaak de crux, want ons doel is toch de cliënt zich prettig te laten voelen? Wat zullen ouders ervan vinden als je iets doet waar hun kind duidelijk geen plezier in heeft? En wat als je afwijkt van de kaders, de ‘bospaadjes’ die er liggen? Als je keuzes ineens op een hele ander manier aanbiedt?
Het is belangrijk om door te zetten wanneer je op weerstand stuit bij de cliënt, en dat doorzetten dient liefdevol te zijn. En natuurlijk, heb je iets tien keer geprobeerd en blijf je op weerstand stuiten, dan stop je. Maar geef het een kans en zet door! En van die bospaadjes afwijken? Geen probleem als dat af en toe gebeurt, prima juist, maar blijf de bekende bospaadjes daarnaast ook bewandelen, zodat ze niet overwoekeren. Raakt de cliënt ervan in de war? Dan stop je. Maar geef de cliënt eerst de kans, voordat je zelf invult wat de gevolgen zullen zijn.
Als we binnen onze kaders blijven, steeds op dezelfde bospaadjes blijven lopen, dan zitten we in ‘veilig’ gebied en dat is toch wat makkelijker dan te moeten omgaan met weerstand van cliënten en misschien wel ouders. Echter, door niet af en toe van de bekende bospaadjes af te wijken ontneem je je cliënt nieuwe ervaringen en de mogelijkheid tot ontwikkeling. Iedereen mag toch meer van de wereld ontdekken?