Skip to content

Tien vragen over decubitus 

Decubitus wordt in de volksmond ‘doorliggen’ of ‘doorzitten’ genoemd. Niet vreemd als je bedenkt dat het veel voorkomt bij mensen die voor een langere tijd in bed liggen of stoelgebonden zijn. Ook kinderen met een beperking hebben vaak te maken met decubitus. Heel vervelend want het veroorzaakt pijn en overlast en kan heel gevaarlijk zijn als je het niet in vroegtijdig stadium herkent en behandeld.

1.Wat is decubitus? 

Decubitus is feitelijk een beschadiging van de huid en/of van het onderliggende weefsel, meestal ter hoogte van een botuitsteeksel, door druk- schuif- of wrijfkrachten. Decubitus ontstaat meestal op de plaats van een uitstekend bot. Risicoplaatsen zijn o.a. de stuit, zitknobbels, hielen, ellebogen, schouders, heupen of het achterhoofd. Het risico op decubitus wordt groter als er sprake is van:

  • onvoldoende balans in voeding;
  • slechte bloeddoorstroming en zuurstofvoorziening;
  • te weinig vocht van de huid (bij te weinig drinken);
  • een te vochtige huid (bij bijvoorbeeld de luier);
  • stoornissen in de zintuiglijke waarneming (niet aan kunnen geven, of zelf verzitten);
  • lichaamstemperatuur

2.Hoe ontstaat decubitus? 

Decubitus ontstaat in het algemeen door drukkracht, schuifkracht of wrijfkrachten op de huid. Of anders gezegd er kan zich alleen maar decubitus voordoen als er een bepaalde druk op de huid staat. Door de druk op de huid wordt de huid en het weefsel dat er onder ligt beschadigd. Door de voortdurende druk op de huid worden de kleine bloedvaatjes in de huid dichtgedrukt, waardoor de huid niet voldoende zuurstof en voedingsstoffen krijgt. Door schuif- en wrijfkrachten komt decubitus nog sneller voor, omdat de bloedvaatjes sneller beschadigen. Als een kind onderuitgezakt in een rolstoel zit, kan al decubitus ontstaan. In een vochtige omgeving neemt de weerstand tussen de huid en omgeving toe, zoals bij zweten en incontinentie.

3.Symptomen 

Het is van groot belang om de (eerste) symptomen te herkennen zodat diepen wonden voorkomen kunnen worden. Het begint vaak onschuldig met roodheid aan de huid. Ook kan de huid een blauwe verkleuring laten zien. Vaak gaat deze verkleuring van de huid gepaard met een branderig en zeurderig gevoel. Deze roodheid kan verergeren en gaat niet weg als de druk van de huid is. Als decubitus niet wordt behandeld kan deze roodheid zich gaan verergeren en kunnen er zelfs diepe wonden ontstaan.

4.Ziet decubitus er altijd hetzelfde uit?

Er wordt onderscheid gemaakt tussen oppervlakkige en diepe doorligplekken. Bij oppervlakkige doorligplekken is alleen de huid betrokken bij de wond, terwijl bij diepe doorligplekken ook het onderhuidse weefsel betrokken is. Om aan te geven ‘hoe erg’ de decubitus is worden vier fases onderscheiden:

Fase één:

  • Roodheid van de huid die niet wegdrukbaar is.
  • Warme huid.
  • Verharding van de huid.

Fase twee:

  • Ontvelling van de huid.
  • Blaarvorming.

Fase drie:

  • Zweren van de huid.

Fase vier:

  • Zweren die uitgebreid zijn tot het onderliggende weefsels zoals de spieren, het bindweefsel of botten.

5.Wat kun je doen om decubitus te voorkomen?

Op een aantal vlakken kun je aan de slag als er sprake is van decubitus:

Voeding en vocht 

Zorg ervoor dat jouw kind voldoende eet en drinkt. Hieronder zie je hoeveel kinderen zouden moeten drinken:

Leeftijd Jongens Meisjes
1-4 1,1 1,1
4-7 1,2 1,2
7-10 1,3 1,2
10-13 1,6 1,4
13-16 1,8 1,5
16-19 2,0 1,7

 

Huidverzorging 

  • Controleer regelmatig of de huid rood is. Controleer bij roodheid of deze wegdrukbaar is. Bij een getinte huid is roodheid moeilijk te zien, je kunt dan kijken naar verschil in warmte.
  • Kijk vooral op risicoplekken en vraag indien mogelijk of deze pijnlijk zijn.
  • Zorg dat de huid niet vochtig is. Verschoon wat vaker een luier!

 

Houdingsverandering 

  • Wissel in bed je kind regelmatig van houding (linker zij, rug/buik, rechterzij, rug/buik etc.), minimaal om de 4 uur.
  • Laat je kind bij zijligging in een houding van 30 graden liggen.
  • Maak bij verplaatsen van je kind gebruik van tilmatten, papegaai, glijzeil of rolmat.
  • Gebruik van een antidecubitusmatras of -zitkussen
  • Voorkom oneffenheden zoals plooien in lakens.
  • Beperk zitten in bed om de druk op de stuit en de zitknobbels te verminderen.
  • Laat je kind, als dat mogelijk is, nooit op een lichaamsdeel liggen dat nog rood is
  • Zorg voor een goede zithouding in de (rol)stoel waarbij bovenbenen volledig worden ondersteund door de zitting en de voeten steunen op de vloer of de voetsteun. Voorkom onderuitzakken!
  • Wissel regelmatig van houding. Beperk het langdurig (meer dan twee uur) zitten in de (rol)stoel.

6.Wat heeft voeding met decubitis te maken?

Naast het gebruik van hulpmiddelen en goede houdingen van het lichaam speelt voeding ook een belangrijke rol bij decubitus. Dit wordt vaak onderschat of vergeten. Een goede en uitgebalanceerd voedingsschema heeft kan helpen bij het voorkomen en het behandelen van doorligplekken.

Het is belangrijk dat er een balans is tussen de voeding die men op een dag eet en het verbruik van de voedingsstoffen. Als men slecht eet, vermindert het afweersysteem wat de kans op infecties vergroot. Voedingsstoffen die goed zijn om wonden te genezen. Dus die goed zijn voor mensen met decubitus om in te nemen zijn:

  • Arginine: dit is een aminozuur die ons lichaam onder bepaalde omstandigheden niet zelf kan aanmaken. Dit gebeurt vaak bij mensen met decubitus.
  • B-vitamines: deze vitamines zorgen voor energieleverende stofwisselingsprocessen in onze cellen, die de genezing van wonden sneller kunnen bevorderen.
  • Vitamine K: deze vitamine zorgt voor bloedstolling. Deze vitamine is goed bij de genezing van wonden.
  • Zink: als men een tekort heeft aan zink heeft men een verminderde eetlust. Zink zorgt voor een goede wondgenezing en een betere immuunreactie.
  • IJzer: ijzer zorgt in ons lichaam voor het transport van zuurstof. Zuurstof is in ons lichaam noodzakelijk voor wondgenezing.
  • Antioxidanten: deze zijn bij mensen met wonden extra nodig voor wondgenezing.

Ook zijn er supplementen die de doorbloeding in het lichaam bevorderen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld MSM. MSM zorgt naast een betere doorbloeding ook voor energie.

7.Hoe kun je decubitus behandelen?

Door de aandoening in de eerste fase van de huidaandoening te behandelen, kun je ernstige doorligwonden voorkomen. Om de behandeling van decubitus zo effectief mogelijk in te steken, is de behandeling ingedeeld in de eerdergenoemde vier fasen.

  • De behandeling van decubitus: categorie één 
  • Als jouw kind nog in de eerste fase van decubitus zit, dan bestaat behandelen vooral uit het nemen van preventieve maatregelen en het goed in de gaten houden van de plekken!
  • De behandeling van decubitus: categorie twee 
  • Heeft jouw kind plekken zoals beschreven in de tweede fase van decubitus, dan moet de wond verbonden worden om het vocht te onttrekken uit de blaar op de huid.
  • De behandeling van decubitus: categorie drie 
  • Als er een zweer ontstaan is op de huid door decubitus in de derde fase van de huidaandoening, moet het wondvocht van deze zweer geabsorbeerd worden door middel van speciaal verband. Daarnaast moet de zweer goed schoongehouden worden om infectie te voorkomen. Ontstaat er toch een infectie, dan dient de patiënt behandeld te worden met antibiotica.
  • De behandeling van decubitus: categorie vier 
  • Bij de vierde fase van decubitus is er sprake van aantasting van de onderliggende weefsels van de huid. In dit geval is het verbinden van de wond niet meer genoeg, maar dient er een chirurgische behandeling gepland te worden om de vergevorderde zweer te verhelpen en het beschadigde onderliggende weefsel te genezen.

8.Decubitus voorkomen met fysiotherapie of ergotherapie

Een fysio- of ergotherapeut kan meedenken hoe je de houding moet verbeteren om het ontstaan van doorligplekken te voorkomen. Daarnaast kan een therapeut meekijken hoe je veilig en verantwoord naar het bed kan verplaatsen, uit bed kan komen en hoe je je vanuit het bed naar de rolstoel kan verplaatsen; ofwel alle transfers.

Verder kan een ergotherapeut ook meedenken over de inzet van hulpmiddelen die speciaal bedoeld zijn om decubitus te voorkomen. Mocht een slechte bloeddoorstroming de oorzaak te zijn van de doorligplekken, dan heeft met name de fysiotherapeut daarvoor verschillende behandelingsmethoden.

9.Wat moet je vooral niet doen?

Gebruik géén synthetische schapenvachten, hulpmiddelen met uitsparingen, hulpmiddelen in de vorm van een ring om de druk op een (dreigende) doorligplek te voorkomen of te verminderen. Vroeger werden dit soort dingen wel gebruikt maar feitelijk zorgen ze voor een verhoging van de druk op de omliggende gebieden waardoor op andere plaatsen doorligplekken kunnen ontstaan.

10.Welke (minder bekende) behandelingen zijn er nog meer?

Er zijn vele behandelingen mogelijk, de keuze hangt af van de wond, de diepte, de hoeveelheid exsudaat, de locatie, en vele andere factoren. Vaak wordt Zinkoxidesmeersel (zinkolie) gebruikt om de randen van een doorligwond te beschermen. Crème of verband met zilversulfadiazine wordt gebruikt om infecties van doorligwonden te bestrijden. In sommige gevallen is het nodig met een operatie al het aangetaste weefsel weg te halen en het defect dat is ontstaan te sluiten met goed doorbloed weefsel uit de omgeving. Soms kan hyperbare zuurstoftherapie helpen. Dit is een therapie die gebaseerd is op het stimuleren van de genezing door het verhogen van de percentage zuurstof in de weefsels van het lichaam.
In het verleden zijn methoden wisselend geadviseerd. De schapenvacht bijvoorbeeld werd ooit aanbevolen, toen afgeraden, vervolgens weer aanbevolen en tot slot weer afgeraden. Er zijn ook methoden waarvan de werking nooit wetenschappelijk is onderbouwd. Bijvoorbeeld het ijzen en föhnen. Oudere verpleegkundigen hebben soms met eigen ogen gezien dat het werkte, maar het wordt afgeraden omdat het niet ‘evidence based’ is.

 

Back To Top
Ga naar de inhoud