Skip to content

Tien shitvragen

Iedereen poept. Dat geldt ook voor grote beroemdheden en onze eigen koningin Maxima. Toch praten we er niet graag over. Dat terwijl we er zoveel woorden voor hebben; poepen, drukken, schijten, kakken of je behoefte of een grote boodschap doen. De één poept elke dag, de ander één keer per week. Sommigen zitten een uur op het toilet, al dan niet met krant of telefoon. Anderen zijn binnen twee minuten weer terug. Bij een beetje doorvragen blijkt niets zo persoonlijk als iemands poeppatroon. Geen probleem natuurlijk, maar wel lastig wanneer er sprake is van een poepprobleem en wanneer je iets moet doen om dit probleem te verhelpen. Bij kinderen met een beperking komt obstipatie, het mooie woord voor een poepproblemen, regelmatig voor. Mede afhankelijk van de beperking van het kind is de oorzaak soms psychisch, soms fysiek of een combinatie daarvan. De redactie van Veine ging op zoek naar de antwoorden op de tien meest gestelde poepvragen.  

  1. Wat is normale poep en hoe vaak poep je normaal?

Vanaf je geboorte en zelfs daarvoor komt er van alles binnen. Eten, drinken, gedachten, emoties, ervaringen enzovoort. Als je voedsel verteert, geeft dit energie om te kunnen bewegen en om te groeien. Want verteren betekent omzetten in energie door het kleiner te maken en te scheiden. In de dikke darm worden afvalstoffen verzameld. Poepen is feitelijk het proces van loslaten van afvalstoffen die niet meer nodig zijn.
De meeste mensen denken dat één keer poepen per dag normaal is en als je meer of minder gaat dat dat niet normaal is. Er zijn nogal wat verschillen tussen mensen. Astro-enterologen (maag-darm wetenschappers) vertellen in Live Science dat alles goed is mits je tussen de drie keer per dag en drie keer per week poept. Maar niet alleen de frequentie van poepen zegt iets over de gezondheid. De vorm en kleur van je ontlasting zeggen vaak veel meer. Normale ontlasting is zacht, soepel en heeft scheurtjes in de oppervlakte. Qua vorm lijkt de ‘normale’ drol op een worstje of slangetje en heeft één soepele vorm. Allemaal leuk en aardig, maar bij kinderen die in een luier poepen en hele dagen zitten, is het worstje onherkenbaar. Of een drol soepel en zacht is, kun je als ouder wel constateren als je een kind verschoont.
Iedereen heeft wel eens wat dunnere of waterige ontlasting, meestal duidt dit op diarree. Harde en/of droge keutels komen ook voor. Deze structuur ontstaat wanneer de ontlasting te lang in je darmen heeft gezeten en er daardoor te veel vocht uit onttrokken is. Dit probleem ontstaat bij te weinig vezelrijk eten, een tekort aan beweging of wanneer je niet voldoende water drinkt.  

In de ideale situatie is het makkelijk om te poepen, zonder dat je veel kracht hoeft te zetten en zonder dat je een intens gevoel van aandrang hebt. Speciaal om mensen te helpen een oordeel te vellen over het uiterlijk van de drol (en om het je arts te kunnen vertellen) is de Bristol Stool Chart ontwikkeld. De droltypes 3, 4 en 5 worden gezien als normaal of gezond. 

  1. Wanneer is er sprake van ophoudgedrag?

We spreken over ophoudgedrag als mensen bewust of onbewust ‘het poepen tegenhouden’. Het lijkt de belangrijkste oorzaak van het ontwikkelen en in stand houden van obstipatie op de kinderleeftijd. Als een kind niet wil poepen kan de drang uiteindelijk verminderen. 

De oorzaak kan zijn dat kinderen een of meerdere malen een pijnlijke ervaring hebben gehad omdat de poep te droog en hard was. Er ontstaat dan angst om te poepen. Ook primaire gedragsmechanismen kunnen ‘ophoudgedrag’ veroorzaken, zoals het niet genoeg tijd nemen voor de defecatie en het weigeren een onbekend toilet (school, bij vreemden) te bezoeken of angst voor verlies of verlating. 

  1. Wat is de belangrijkste oorzaak van obstipatie?

Meestal wordt de verklaring gegeven dat de dikke darm ‘lui’ is. Lui betekent dat de darm te weinig samenknijpt om de inhoud naar buiten te werken. De dikke darm neem vocht op uit de ontlasting, deze wordt droger en dus harder naarmate de ontlasting langer in de darm aanwezig blijft. Er zijn echter ook kinderen met een normale stoelgang die toch verstopt raken omdat er steeds iets te veel ontlasting in de dikke darm achterblijft. Chronische verstopping (obstipatie) komt bij ongeveer drie procent van de kinderen voor. Meestal wordt hiervoor geen lichamelijke oorzaak gevonden. Toch betekent dat niet dat er geen lichamelijke oorzaak is. De onderzoeksmogelijkheden op dit gebied zijn echter nogal beperkt. Het is niet uitgesloten dat nieuwe onderzoeksmogelijkheden in de toekomst zo’n lichamelijke oorzaak wel kunnen aantonen. Wetenschappers denken dat te moeten vinden omdat ze vaak zien dat obstipatie erfelijk lijkt te zijn en al van baby af aan voorkomt. Dan zou je toch een lichamelijke (lees genetische) oorzaak verwachten. Maar die kennis is nog niet beschikbaar. 

  1. Wat is het prikkelbare darmsyndroom?

Eén op de tien Nederlanders heeft last van het prikkelbaredarmsyndroom, ook bekend als spastische (dikke)darm. Van die tien procent is driekwart vrouw. PDS valt onder de zogenoemde functionele buikklachten en is de meest voorkomende chronische darmstoornis. Ook kinderen kunnen PDS hebben. Tot nu toe is er geen afdoende behandeling gevonden, maar sommige mensen geven aan baat te hebben bij medicijnen, voedingsadvies of alternatieve therapieën. 

  1. Welke medicatie is mogelijk om de poep zacht te krijgen zodat poepen weer lukt?

De behandeling met medicijnen is voor kinderen en voor volwassenen nagenoeg hetzelfde, op de dosering na. De meest gevolgde behandelwijze bestaat in de eerste plaats uit het schoonmaken van de dikke darm door een laxeermiddel voor te schrijven. De eerste periode van laxeren is moeilijk voor ouders en kind. De hoeveelheid en soort laxeermiddelen wordt per kind zo aangepast dat er diarree ontstaat. De reden waarom zo hoog wordt gedoseerd is dat de behandeling anders (te) lang gaat duren. Bij volwassenen en bij kinderen vanaf één jaar zijn lactulose of macrogol meestal de eerste keuze. Als kinderen deze middelen niet verdragen, wordt er door artsen naar alternatieven gezocht.
Als je meer wil weten over medicatie en dosering voor jouw kind, kijk dan op https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/obstipatie  

In combinatie met de medicatie wordt altijd verteld dat kinderen zoveel mogelijk water moeten drinken. Dit helpt en bevordert de werking van de medicatie. 

  1. Welke medicatie is mogelijk om een kind meteen te laten poepen?

Naast medicatie om de poep zacht te maken is soms een zetpil (bisacodyl) nodig om de eerste harde poep weg te krijgen. Een klysma werkt nog sneller dan een zetpil. Een klysma is een kleine tube waarmee je een vloeistof in de anus brengt. De vloeistof maakt de harde poep zacht en werkt als een soort glijmiddel.  

  1. Zijn er natuurlijke geneesmiddelen?

Voor ouders die hun kind liever geen chemisch werkend medicijn geven, zijn er ook natuurlijke laxeermiddelen op de markt. Nadeel kan zijn dat er geen vergoeding voor is. Naast echte medicatie kun je ook voor een goede ‘essential oil’ kiezen. Pepermuntolie zorgt voor verlichting van buikpijn, fysiek ongemak in de buik en ernst van de klachten. Dit concludeerden wetenschappers van het Maastricht UMC+ naar aanleiding van onderzoek bij zo’n 200 patiënten met het prikkelbare-darmsyndroom (PDS). Het proberen waard wellicht. Ook gember schijnt goed te werken bij een verstopping van je darmen, het heeft namelijk een kalmerende werking en helpt daarom goed bij een opgeblazen gevoel, winderigheid en spasmes. 

  1. Kan langdurig gebruik van geneesmiddelen leiden tot darmluiheid?

Ja en nee.  Sommige middelen geven aanleiding tot het ontstaan van een zogenaamde luie darm, maar veel andere middelen niet. Laxeermiddelen die niet worden opgenomen in je lichaam, maar in je darm blijven, worden met je ontlasting weer uitgescheiden. Daardoor heeft een  laxeermiddel weinig bijwerkingen en kun je het vaak langere tijd gebruiken. Vraag je arts die het middel aan je kind voorschrijft wat de gevolgen zijn voor de langere termijn. Want de ervaring leert dat obstipatie onder kinderen met een beperking vaak voorkomt en dat medicatie tegen obstipatie langdurig geslikt moet worden. 

  1. Kan ik pruimen, olijfolie of extra vezels geven?

Een goed eetpatroon met pruimen, vezelrijke voeding, olijfolie enzovoort helpt om je darmen aan de gang te houden. Het klopt dat deze voedingsmiddelen heel goed zijn voor de poeperij, maar als er al sprake is van een verstopping is een laxeermiddel in eerste instantie toch echt nodig om de boel weer op gang te brengen.   

  1. Zijn er therapieën of behandelingen mogelijk?

Artsen adviseren sowieso voldoende beweging: bij voorkeur alle dagen van de week minstens één uur matig intensieve lichamelijke activiteit. Hoe een kind kan best kan bewegen, daar kun je zelf naar zoeken. Waar liggen interesses en wat is uitvoerbaar? Maar dat bewegen helpt is duidelijk. 

Er zijn in Nederland bovendien een vaak zogenaamde PIPO-poli’s in diverse ziekenhuizen. Dit zijn poliklinieken voor kinderen met problemen met de urine (pi van plas en incontinentie) en/of de ontlasting (po van poep). Daar kunnen ouders met kinderen terecht voor onderzoek en aanpak. Samen met onder andere bekkenbodemfysiotherapeuten wordt ook gekeken naar mogelijke behandelingen. 

Ouders die zelf aan de slag willen en oorzaken willen wegnemen van de poepproblemen van hun kind kunnen wellicht eens denken aan de methode SuperPoeper. Op de redactie kregen we deze tip van een professional die vertelde dat veel ouders hier baat bij hebben. Hadassa Voet, poepexpert, geeft aan dat haar methode is ontstaan tijdens haar jarenlange praktijkervaring met duizenden kinderen en hun ouders. De methode is gestructureerd en helder met een stappenplan en duidelijke uitleg en bevat een meersporenbeleid. Aan de ene kant gericht om de boel in de buik in beweging te krijgen en te houden, aan de andere kant de focus op het verkeerd aangeleerd poep/wc-gedrag van het kind om te keren in gewenst poep/wc-gedrag. Ook voor professionals is er een variant in de vorm van een onlinetraining. Kijk voor meer informatie op www.superpoeper.nl

 

Back To Top
Ga naar de inhoud